DIV HOUTSOORTEN
Angelim vermelho of angelim is een tropische houtsoort. Het hout is geelbruin en kleurt later naar roodbruin. Het hout heeft een vrij sterke Kruisdraad. Het ruikende hout is door de reuk binnenshuis niet te gebruiken. De volumieke massa varieert tussen de 950 en 1050 kg/m3 bij 12% vochtgehalte.
Het hout wordt o.a. gebruikt voor zwaar constructiewerk in de water-, bruggen- en scheepsbouw en voor havenwerken en damwanden, maar het wordt ook voor andere toepassingen gebruikt.
Het wordt geleverd door Dinizia exelsa, die groeit in o.a. Brazilie.
Azobé is een bijzonder harde, zeer duurzame houtsoort, met een paarsbruine kleur. Het wordt vooral gebruikt voor zware constructies die niet alleen weer en wind moeten doorstaan, maar ook grote krachten moeten opvangen zoals sluisdeuren en palen waar schepen tegenaan kunnen varen (dukdalven, remmingwerken e.d.). In Nederland en België wordt azobé niet aangevreten door paalworm.
Azobé is zwaar: meestal zal het in water zinken. Er kan veel spanning in het hout zitten: dit is met name merkbaar (kromtrekken) bij dunnere planken en palen dunner dan 50 mm, bij dikkere palen speelt dit geen rol.
Het hout wordt geleverd door Lophira alata (familie Ochnaceae), een boom uit tropisch West-Afrika die tot maximaal 50 meter hoog wordt.
Andere namen waaronder deze houtsoort bekend is zijn o.a. Ekki (Engels sprekende landen) en Bongossi (Duitsland). In het Engels wordt ook de term Red Ironwood gebruikt.
Bangkirai / Yellow Balau / Selangan Batu is een houtsoort afkomstig van de boom Shorea laevis (familieDipterocarpaceae), waarvan het groeigebied zich hoofdzakelijk in Zuidoost-Azië bevindt. Het in Nederland en België ingevoerd Bangkirai komt voornamelijk uit Sabah en Sarawak.
Het is een zeer duurzame houtsoort die goed bestand is tegen schimmels en insectenaantasting. Mede door die duurzaamheid is het populair als constructiemateriaal voor waterwerken, brugdekdelen, vlonders, hekken, (zware) tuinmeubelen, enz.
Basralocus is een tropische houtsoort, bruin van kleur. Het bevat een vrij hoog gehalte aan kiezel, waardoor het in een gematigd klimaat vaak redelijk vrij blijft van paalwormen. Ook overigens is het vaak duurzaam (klasse vaak 2), al wil dit nog tamelijk variëren; daarom is basralocus populair in de waterbouw. Een typisch Nederlandse toepassing is het gebruik van basralocuspalen voor de balanspriemen van ophaalbruggen.
Basralocus is redelijk goed te bewerken en af te werken. Aangeraden wordt om hardstalen gereedschap te gebruiken, in verband met het kiezelgehalte. Uiteraard hoort bij spijkeren of schroeven voorgeboord te worden.
Basralocus is afkomstig uit Suriname, Brazilië en Frans Guyana en wordt geleverd door Dicorynia guianensis (in de familie Leguminosae (dan wel Caesalpiniaceae).
Bilinga – in België ook bekend onder de naam Opepe – is een houtsoort, met een bijna gouden kleur. Het hout iskruisdradig. Het is geneigd tot haarscheurtjes.
Het wordt soms nog gebruikt voor zware constructie’s in molens en voor constructies die weer en wind moeten doorstaan zoals sluisdeuren en palen waar schepen tegenaan kunnen varen (dukdalven, remmingwerken e.d.). Ook wordt het in lichtere constructies, zoals pergola’s en in binnenwerk toegepast. Tevens is het geschikt voor parket.
Het wordt geleverd door bomen in tropisch West-Afrika van het geslacht Nauclea, in de Sterbladigenfamilie(Rubiaceae).
Eiken (of eikenhout) is wel een van de bekendste houtsoorten. In het algemeen is eiken sterk en hard, maar toch redelijk makkelijk te bewerken en af te werken.
Er is groot verschil tussen het ene eikenhout en het andere. Tot de bekendste handelsgroepen horen
- Europees eiken: Dit is het traditionele eikenhout, waarvan o.a. de klassieke eiken meubelen en beelden gemaakt zijn. Niet alleen meubels, maar ook deuren, parket, kozijnen en trappen en ook schepen en sluisdeuren werden traditioneel van eikenhout gemaakt. Door de schaarste (en prijs) wordt dit meer en meer vervangen door andere soorten.
- Amerikaanse wit eiken: is lichter van kleur.
- Amerikaanse rood eiken: is rozer van kleur.
‘Donker eiken’ is veelal geen aparte houtsoort maar ontstaat veelal door een behandeling (met ammonia). Ook verkleurt het tot blauw daar waar het in contact komt met ijzer, door het aanwezige looizuur.
Al het eiken wordt geleverd door het geslacht eik (Quercus), maar de naam wordt ook wel gebruikt voor houtsoorten die in enig opzicht aan eiken doen denken.
Van de andere kant is het niet zo dat al het hout dat afkomstig is van een eik daarmee ook eikenhout is. Een bekende uitzondering is de steeneik. Deze levert heel ander, zeer hard en zwaar hout dat azijnhout genoemd wordt.
Grenen
Met het Nederlandse woord grenen wordt geduid op hout van diverse Pinus-soorten, met name het hout van de grove den (Pinus sylvestris). Het wordt ook wel aangeduid als “grenenhout”.
Grenen is na vuren de meest gebruikte naaldhoutsoort in Nederland. Daarentegen is het in Vlaanderen de meest gebruikte houtsoort. Meestal wordt het gebruikt voor toepassingen waarbij het niet in het zicht is. Een uitzondering zijn de betimmeringen met rabatdelen, waarbij het contrast tussen het roodachtige kernhout en het veel lichtere spint voor een levendig effect zorgt.
Zogenaamde moderne grenen meubelen zijn veelal gemaakt van het hout van andere Pinus-soorten. Dit wordt veelal geïmporteerd uit Amerika, waar de bomen wat groter worden en minder kwasten bevatten. Daarentegen zijn grenen IKEA-meubelen (vol kwasten) wel van europees hout gemaakt.
In de tijd dat steenkool de belangrijkste brandstof was, in de 19de en de eerste helft van de 20e eeuw, werd dit hout veel gebruikt om mijngangen in steenkoolmijnen te ondersteunen. Een eigenschap die dit hout hier erg geschikt voor maakt, is dat het hoorbaar gaat kraken voordat het het echt begeeft, zo worden de mijnwerkers gewaarschuwd wanneer een gang dreigt in te storten.
Merk op dat het onjuist is om het hout van de grove den (Pinus sylvestris) aan te duiden als dennenhout: dit is iets heel anders.
Massaranduba is een klassieke, tropische houtsoort, die al sinds eeuwen in Nederland gebruikt wordt. De traditionele nederlandstalige naam is Paardenvleeshout, maar tot voor kort was het bekender onder de Surinaamse naam Bolletrie. Tegenwoordig wordt het verhandeld onder de Braziliaanse naam massaranduba, omdat het vooral geïmporteerd wordt uit Brazilië.
Het hout wordt geleverd door diverse neotropische soorten uit het geslacht Manilkara (in de familie Sapotaceae). De bekendste soort is wel Manilkara bidentata.
Het is een zware houtsoort (hardhout!) die (in de regel) in water zinkt. Vers gekapt is het vleeskleurig, maar het donkert na, en krijgt dan een rode tot roodbruine kleur. Het hout is heel sterk, maar goed te bewerken en mooi af te werken. Hoewel het in feite geschikt is voor een groot scala aan toepassingen geschikt van heel fijn (bijvoorbeeld muziekinstrumenten) tot grove constructies wordt het tegenwoordig vooral gebruikt in de water- en bruggenbouw en voor tuinhout.
Historisch gezien is de belangrijkste toepassing in molens, waar het al sinds eeuwen gebruikt wordt, bijvoorbeeld voor de staven in een steenrondsel. Een steenrondsel drijft het maalkoppel in een korenmolen aan.
Meranti is een verzamelnaam voor een aantal houtsoorten, die afkomstig zijn uit Zuidoost-Azië. Het in Nederland geïmporteerde hout is voornamelijk uit Maleisië en Indonesië afkomstig. In Nederland zijn deze op zeer grote schaal gebruikt, en zijn lang het voornaamste (bijna enige) tropische hout geweest dat in de bouw gebruikt werd.
Daarom wordt de term “meranti” ook wel gebruikt als algemene aanduiding voor tropisch hardhout. Dit is uiteraard ten onrechte.
Meranti is veelal roodachtig van kleur en wordt zowel tot geschaafd hout als tot multiplex platen verwerkt. Als multiplex wordt meranti op grote schaal toegepast. De verwerking van bomen tot hout en plaatmateriaal vindt in de oorsprongslanden plaats.
Meranti wordt zowel binnenshuis als buitenshuis toegepast.
Merbau is een houtsoort die in kleur zeer variabel is: van geel tot donkerbruin, al dan niet met donkerder delen. Het hout is sterk en duurzaam en wordt veel gebruikt in buitendeuren.
Als merbau nat wordt of in contact komt wateroplosbare verf, kan het zijn dat het gaat “bloeden”, wat inhoudt dat dit water rood kleurt. Het kan daarom nodig zijn het hout te ontvetten (aangezien het “bloed” voornamelijk bestaat uit vettige harsen) met bijvoorbeeld thinner of te sealen.
Het wordt geleverd door bomen van het geslacht Intsia (familie Leguminosae), die van nature voorkomen in Zuidoost-Azië en op tropische eilanden van de Grote Oceaan.
Okoumé is een houtsoort die afkomstig is uit tropisch West-Afrika; en voornamelijk geleverd wordt uit Gabon. Okoumé heeft een rossige kleur.
Het is niet erg zwaar, erg sterk of erg mooi: het is vooral gelijkmatig. Het wordt normaliter verwerkt tot multiplex platen. De verwerking van het hout tot multiplex vindt traditioneel plaats in landen rond de Middellandse Zee, zoals Marokko en Frankrijk. Okouméplaten worden zowel binnenshuis als buitenshuis toegepast.
Teak is een houtsoort met een grote reputatie, waarover veel misverstanden circuleren.
Oorspronkelijk komt teak uit Zuidoost-Azië, maar de teakboom (Tectona grandis) wordt op grote schaal wereldwijd aangeplant in de tropen. Dit leidt ertoe dat er grote verschillen zijn in kleur, gewicht, hardheid, etc van dit hout.
Verwarrend is ook dat, juist vanwege die reputatie, er in de handel tal van namen in omloop zijn die bestaan uit “teak” met een voorvoegsel. Deels zijn dit teakkwaliteiten uit een bepaald groeigebied (er zijn zeer grote verschillen), deels zijn dit fantasienamen (dus voor andere houtsoorten).
Typische toepassingen voor teak zijn in de scheepsbouw, met name jachten en voor tuinmeubelen. In beide toepassingen is doorslaggevend dat teak heel goed bestand is tegen weer en wind, ook zonder dat het onderhouden wordt.
Teak is wereldwijd in opspraak omdat het enerzijds geëxporteerd wordt uit diverse landen in Zuidoost-Azië waar de politieke situatie niet geheel gelukkig is (met al dan niet consequenties voor het bosbeheer), anderzijds omdat er onder investeerders fondsen geworven worden voor teakplantages in Zuid-Amerika, waarbij de voorgespiegelde rendementen op gespannen voet staan met wat financieel prudent geacht wordt. In 2007 kende de AFM aan slechts enkele van deze teakfondsen een erkenning toe. De AFM heeft aangekondigd hard in te grijpen in de sector, waar ongeveer 500 miljoen euro in belegd is door voornamelijk particulieren
Vuren hout
Het Nederlandse woord vuren is de genormeerde naam voor het hout van de fijnspar (Picea abies). Het wordt ook wel vurenhout genoemd.
In Nederland is vuren de meest gebruikte naaldhoutsoort, en daarmee de meest gebruikte houtsoort. Het is niet alleen makkelijk te bewerken maar ook relatief goedkoop. In Vlaanderen wordt de voorkeur gegeven aan grenen.
De kleur van vuren is bleek tot witachtig geel met een zachte en grove tekening. Na langdurige blootstelling aan licht wordt het geelbruin. Het is dus beter om het snel af te werken, zodat het niet zo snel verkleurt. Er is geen opvallende harsgeur zoals bij grenen. Vuren is niet erg duurzaam: het kan slecht tegen vocht. Vuren is een relatief makkelijk te impregneren, te verven, te beitsen en af te lakken houtsoort. Dit kan uiteraard de duurzaamheid aanmerkelijk vergroten. Ook bij toepassing onder water blijft het lang goed (heipalen).
Vuren wordt vooral gebruikt in de bouw: kapconstructies, binnenkozijnen, stijl- en regelwerk etc. De fijnere kwaliteiten komen in aanmerking voor te verven binnentimmerwerk. Ook is vuren te vinden in boekenkasten en magazijnstellingen. Het wordt veel verkocht in doe-het-zelf bouwmarkten: aangezien de mindere kwaliteiten veel noesten hebben, die er na droging uit kunnen vallen, is het voor bepaalde toepassingen wenselijk op uiterlijk te controleren.
Het hout wordt veelal geïmporteerd uit Scandinavië en het Baltische gebied (inclusief Rusland), maar ook uit midden Europa. Het kwalitatief beste hout komt uit wat koudere gebieden, omdat daar de bomen trager groeien, met als gevolg fijnere groeiringen. Zeer fijnjarig (smalle groeiringen) vuren uit midden Europa wordt gebruikt inmuziekinstrumentenbouw.
Underlayment
Klik hier voor de prijzen van underlayment platen
Glad plaatmateriaal met een fineerlaag van bv. vurenhout. Underlayment wordt bv. toegepast als dakbeschot en in plaats van vloerdelen (sneller leggen en dus goedkoper en dient als basis voor definitieve vloerbedekking). Gangbare maat is 122×244 cm, dikte 10 maar meestal 18 mm.
Underlayment kan brandwerend behandeld worden en voorzien worden van tong en groef.
Betonplex
Klik hier voor de prijzen van betonplex platen
Betonplex wordt gebruikt in de bouw en dient meestal als bekistingspaneel.
Betonplex bestaat uit verschillende lagen gelijmd hout met een ingebrande epoxy laag die zich
door versmelting mengt met de laatste laag hout en zo waterdicht wordt.
Het wordt gebruikt om betoneringswerk uit te voeren.
Door zijn gladde en ondoordringbare porieen blijft de uitgeharde beton
niet kleven.
Betonplex is ook geschikt voor aanhangers en vijvers.
Onze Houthandel kan uw hardhouten schutting tuinhout vlonder palen terras blokhut beschoeiing pergola , tuinschermen poorten en damwand laten plaatsen in:
Volendam Purmerend Beemster Alkmaar Edam Waterland Amsterdam Zaandam Oosthuizen Almere Aalsmeer Assendelft Saendelft Zaandijk Heerhugowaard Avenhorn Hoorn Landsmeer Purmerland Den Ilp Ilpendam Uitgeest Beverwijk heemskerk Zeevang Haarlem De Goorn Ursem en in heel noord holland